Beslag


De meest voorkomende vormen van beslag zijn loonbeslag, bankbeslag en beslag op roerende goederen.

Loonbeslag

Bij loonbeslag legt een deurwaarder of overheidsinstantie beslag op uw inkomen. Een deurwaarder kan dat alleen doen als er een vonnis is, een uitspraak van de rechter dat de vordering correct is en geïncasseerd mag worden. De deurwaarder stelt de beslagvrije voet vast en de werkgever moet het geld boven de beslagvrije voet overmaken aan de deurwaarder. De beslagvrije voet (het stukje inkomen wat u over mag houden om van te leven en een aantal vaste lasten van te betalen) wordt dikwijls niet correct vastgesteld. Er gaat dan teveel geld naar de deurwaarder en zo komen mensen in financiële problemen. Wij zijn experts in het berekenen van de beslagvrije voet en kunnen onze klanten dan ook goed bijstaan hiermee. Lees hier meer over de beslagvrije voet.

Bankbeslag

Als een deurwaarder een vonnis heeft van de Rechtbank kan hij beslag leggen op de bankrekening van de schuldenaar. Het beslag wordt op een bepaald moment gelegd. De bank geeft door aan de deurwaarder wat er op dat moment op de rekening staat en dat geld wordt op een tussenrekening van de bank gezet. De deurwaarder moet doorgeven aan de bank hoe hoog de vordering is. De bank rekent kosten voor het afhandelen van het beslag. De rest van het geld gaat naar de beslaglegger. Indien er bijna geen saldo was op het moment van de beslaglegging, kan de bank toch de kosten voor de afhandeling rekenen. Hierdoor komt er een roodstand op de rekening. Er geldt geen beslagvrije voet bij bankbeslag. Wel is het zo dat het beslag geen geld mag treffen dat bestemd is voor de vaste lasten. Dat moet dan wel goed aan te tonen zijn.

Beslag op goederen

Voor beslag op goederen gelden weinig regels. De deurwaarder mag het bed en beddengoed niet in beslag nemen evenals kleding en eten en drinken voor een maand. Ook gereedschap waar iemand mee moet werken mag niet in beslag genomen worden.