Schuldhulpverlening


Indien u schuldhulpverlening aanvraagt wordt in eerste instantie onderzocht of een minnelijk traject mogelijk is. Dat wil zeggen een traject waarbij de schuldhulpverlenende instantie - bijvoorbeeld een Gemeentelijke Kredietbank(GKB)- met uw schuldeisers een traject overeenkomt waarbij uw schulden opgelost worden. Er wordt berekend wat uw vrij te laten bedrag is. Dat is het bedrag dat u over moet houden om uw vaste lasten te betalen en te leven. Het geld dat u boven het vrij te laten bedrag verdient kan naar de schuldeisers over een periode van 36 maanden. Dit kan op twee verschillende manieren.

Saneringsbemiddeling

Er wordt een prognose gemaakt van het bedrag dat de schuldeisers zullen ontvangen. De schuldhulpverlenende instantie doet ieder jaar een heronderzoek en maakt dan het bedrag dat boven het vrij te laten bedrag is over naar de schuldeisers. Na drie jaar wordt het restant van de schulden kwijtgescholden door de schuldeisers en de schuldenaar is vrij van schulden.

Saneringskrediet

Er wordt gekeken welk bedrag iemand van de schuldhulpverlenende instantie kan lenen op basis van de afloscapaciteit. Dit is het bedrag dat wordt aangeboden aan de verschillende schuldeisers naar rato van het deel van de schuld dat bij hen open staat. Indien alle schuldeisers akkoord gaan, wordt het krediet aan hen uitbetaald en het restant kwijtgescholden. De schuldeisers sluiten dan hun dossiers. Het enige dat dan nog open staat is de lening bij de schuldhulpverlenende instantie. Dit gebeurt in de praktijk vaak bij mensen, waarbij de kans klein is dat hun inkomen hoger zal worden in de komende drie jaar. 

Wet Sanering Natuurlijke Personen(WSNP)

Indien de schuldeisers niet akkoord gaan met een minnelijke regeling kan iemand Wet Sanering Natuurlijke Personen(WSNP) aanvragen. Wat dat precies inhoudt leest u hier.